Geografische lossingssectoren

bron ww.pitts.be

Primeur: ” Vernieuwde lossingssectoren op geografische basis binnen de Provincie Vlaams-Brabant”, het concept voor een eerlijke duivensport ?

 

Agenda van de algemene statutaire vergadering

Zondag 24 november 2019 was het verzamelen geblazen voor de 61 nog resterende maatschappijen van Vlaams Brabant. Iedere maatschappij mocht slechts 2 afgevaardigden sturen naar Halle. Een kleine honderd bestuursleden tekenden present in de zaal De Witte Duif.

Vooral het nieuwe systeem van lossingssectoren werd uit de doeken gedaan. De algemene vergadering stelde weinig vragen en stemde in met het voorstel. De maatschappijen worden nog deze week aangeschreven zodat de liefhebbers hun definitief ja-woord kunnen geven.

Prelude

Waar men al lang de mond van vol had namelijk lossen in geografische lossingssectoren zou in 2020 in Vlaams Brabant wel eens kunnen doorgedrukt worden. Mogen we spreken van een primeur? Vooral het gebakkelei omtrent de grillige grenzen van de deelgemeenten die heden gebruikt worden om de sectoren 1,2 en 3 af te bakenen zorgden bij liefhebber en maatschappij voor veel wrevel.  Erger nog is het feit dat de sectorgrenzen geen rol van betekenis spelen in de huidige context. Er zijn maatschappijen die duiven wegkapen uit andere sectoren wat dan weer voor irritatie zorgt bij de maatschappijen die hun liefhebbers zien vertrekken om, in functie van wind en massa, te kiezen voor de meest gunstige lossing. Stemmen gingen op om maatschappijen verplicht te doen lossen met die sector waarvan zij de meeste duiven op de uitslag hebben staan. Dit zou de samenspelen zeer ernstig verstoren. Liefhebbers die in het midden van een sector wonen kunnen niet of moeilijk uitwijken naar een andere sectorlossing in tegenstelling tot zij die bijvoorbeeld in een aan de provincie grenzende deelgemeente wonen. Deze ongelijkheid ligt velen al lang op de maag. Toch opmerkelijk dat de vele provinciale en nationale kampioenen in soortgelijke deelgemeenten wonen. ‘Zij kunnen zelfs, in functie van de wind, iedere week kiezen in welke provincie ze gaan spelen’ hoort men in de wandelgangen.

Ander gegeven in sector 2 en 3 is het feit dat de vraag vanuit sector 2 om te lossen met sector 3 op de snelheid in sector 3 voor heel veel commotie zorgde. Aan de basis van deze vraag liggen 2 redenen. Een interprovinciaal akkoord, voor zover nog geldig,  zou duiven vanuit Antwerpen Oost in de lossing van sector 2 voorzien en.. maatschappijen van sector 3 kapen duiven weg uit sector 2 waardoor de door de K.B.D.B. gehanteerde criteria omtrent ‘gemiddeld aantal liefhebbers per vlucht’ bij bepaalde maatschappijen van sector 2 onder druk kwam te staan.

Bijkomend is de vaststelling dat duistere krachten op een duistere nacht de lijn tussen sector 2 en sector 3 in het noorden van de sector 3 hebben verlegd. In Diest en omstreken kan men zich opmaken voor een ‘ retour à secteur trois’.

De vergadering begon evenwel vredig met een schietgebedje en de jaarlijkse statistieken. Openbarend en ‘du jamais vu’ in Vlaams Brabant was het feit dat men de stand van de bankrekening toonde. Men heeft 2900 € in kas. Het huidige bestuur erfde immers niets van hun voorgangers, waarvan de rekening op naam stond van de ‘De Gevleugelde Vrienden’.

Statistieken

Na de goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering gehouden op 25 november 2018 volgden enkele cijfers. In 2019 waren er nog 61 maatschappijen die 146892 ringen verkochten aan 2550 liefhebbers. In 2018 waren er nog 64 maatschappijen en 2742 liefhebbers. Toch weer 192 liefhebbers en 3 maatschappijen die de duivensport vaarwel zegden.

Wat de nationale kampioenschappen betreft werden er 36 Vlaams-Brabantse liefhebbers opgenomen in de verschillende categorieën,  6 meer dan vorig jaar. 6 Vlaams-Brabantse liefhebbers behaalden in 2019 een nationale overwinning, het jaar voordien waren dat er slechts 2. Ook wat de zonale overwinningen betreft deed Vlaams Brabant beter dan in 2018: men telde er “21” zonale overwinningen” tegenover “17” in 2018.

Ringen 2020 en mutaties vanaf 2020

De prijs van de ring stijgt niet en blijft dus 1,00€ tot 150 ringen. Vanaf de 151ste  ring komt er een  2€ per ring bij en vanaf ring 301 zelfs 4€. De ringen worden verdeeld naar de maatschappijen op vrijdag 27 december te Halle tussen 9u – 12u voor sector “1”. en voor sector 2 & 3 in Café Turf, Baalsesteenweg 7, 3130 Begijnendijk en dit tussen 10-12 u. Voor het bestellen van de ringen kregen de maatschappijen bijzondere instructies mee.

Opmerkelijk en nieuw is het feit dat men via een barcode op het eigendomsbewijs (kaartje) en het lezen van het ringnummer door middel van scanning de mutaties voortaan sneller en feilloos (minder fouten) kan verwerken. Ook zal de K.B.D.B. tweemaal per maand en dit van februari tot maart een zitdag houden in een centraal punt om de liefhebbers zich alle moeite te laten besparen om zich te verplaatsen naar Halle. Hierover later meer.

Sportief gezien

Het seizoen 2020 gaat van start  op 14 maart 2020 en duurt in principe tot 25 oktober 2020 wat de prijskampen betreft voor zover ze werden aangevraagd op het vluchtprogramma van de desbetreffende maatschappijen en dit ten laatste op 31 december 2019.

Wat de snelheid betreft

In fine gaan de eerste wedvluchten voor sector 1 van start vanaf 15/03/2020. Er werd voorgesteld om op 29 maart te starten met Quiévrain en de eerste vlucht uit Noyon te plannen op 11 april. Dit voor sector 1. In sector 2 en 3 zou het seizoen op gang geschoten worden op 28 maart vanuit Momignies en wordt de eerste vlucht uit Soissons voorzien op 11 april. Nanteuil zou afgevoerd worden op de grote snelheid. Voor alle vluchten worden oude en jonge duiven samen gelost. Vanaf de septembervluchten kan men een deelnemingszone hanteren die de volledige sector mag bevatten.

De Ronde van België mag van start gaan vanaf 19 september en duurt tot 11 oktober en dit op erkende lossingsplaatsen, onder controle van de K.B.D.B. De data der vluchten zijn 20/09, 27/09, 4/10, 11/10/2020. In 2018 – 2019 werden er geen aanvragen ingediend door maatschappijen in Vlaams-Brabant.

Wat de kleine halve fond betreft

Vanaf 2 mei zou er enkel nog gelost worden in Etampes met een apart lossingsuur sector 1 (15 minuten na sector 2 en 3) en een apart lossingsuur sector 2 en3 (samen). Alle kleine HAFO vluchten worden ingekorfd op vrijdag. Op sociale media lazen we zondagavond al dat men betwijfelt of er wel een lossingsvergunning zou worden afgeleverd voor Etampes. We weten wel dat er te Angerville problemen gemeld zijn van vogels en duiven in motoren van vliegtuigen.

 

Andere markante punten

Een belangrijk item, maar volgens ons niet nieuw, is het feit dat er slechts twee vluchten tegelijkertijd worden ingekorfd voor zover de ‘inkorvingsloketten’ duidelijk van elkaar gescheiden zijn, met afzonderlijke inkorftafels. Bepaalde inkorvingslokalen zouden dus niet aan deze normen voldoen en dienen zich dus best te reorganiseren om niet voor voldongen feiten komen te staan.

Dubbelingen van duivinnen blijven uitsluitend toegestaan op de internationale wedvluchten.

Maar wat in de wandelgangen al lang circuleerde is het feit dat alle interprovinciale akkoorden met de omringende PE’S door Vlaams Brabant werden opgezegd. Dat is dus het geval!

De maatschappijen van de noord-westelijke kant roerden zich wel op de vergadering. Zij willen, voor zover begrepen samen lossen met Oost-Vlaanderen en een deel van Antwerpen en hebben dus nood aan een soortgelijk akkoord. In die lossing gaat men zelfs tot Turnhout en dat zien ze in de zuid- en oostkant van sector 1 niet meer zitten wegens teveel verliezen van duiven.

In sector 2 zorgt dan de mogelijkheid dat bepaalde maatschappijen van Antwerpen-Oost zouden mee lossen voor veel ophef wat zorgt voor een tweespalt tussen diverse maatschappijen in sector 2 aldaar. Door het opzeggen van alle interprovinciale akkoorden kunnen deze dus niet aansluiten bij sector 2 en dienen zij hun problemen binnen de provincie maar op te lossen.

Vinger aan de POLLS

Er werden POLLS georganiseerd in sector 1 om te voelen of men daadwerkelijk alle vluchten zou willen spelen op zaterdag of zondag. Nu, 90% van de Quiévrainisten houdt voet bij stuk om op zondag te spelen. Maar ook de vergezellers zijn pro om alles op één dag te vervoeren naar éénzelfde lossingsplaats. Niet alleen rendabeler maar ook voor de liefhebbers betekent dit een mogelijkheid om sportief uitslagen te maken met degelijke coëfficiënten.  Zelfde problematiek voor Noyon waar men kiest voor alles los op zaterdag.

Ook werd er recentelijk bevraging gedaan omtrent het al dan niet toelaten van portduiven (lapduiven). Ook hier waren er voor- en tegenstanders. Pitts organiseerde zelfs een POLL desomtrent. Wel, de regeling omtrent de portduiven werd opgenomen in het provinciaal reglement Vlaams Brabant. Lees verder.

Aanpassing van het provinciaal sportreglement

Alle uiteengezette sportieve items werden gebeiteld in een erratum aan het provinciaal sportreglement.

Opmerkelijke wijzigingen zijn: het aanpassen van een lacune/onduidelijkheid wat de verbonden en de samenspelen betreft; samenspelen nog enkel mogelijk door maatschappijen van binnen dezelfde lossingssector (snelheid); de notie ‘hokken’ in plaats van ‘liefhebbers’; het beperken van het aantal lokale dubbelingen; nieuw is de term: regionaal samenspel; de regeling van de portduiven.

Aanpassingen art 7

Een samenspel : betekent dat iedere vereniging een eigen deelnemingszone heeft en men wekelijks kan inkorven. M.a.w. de uitslag van het samenspel is de hoofdwedstrijd met de samenvoeging van 2 of meerdere deelnemingszones. Tevens kan iedere vereniging afzonderlijk een uitslag maken (dubbeling) met zijn eigen deelnemingszone.

Een /verbond kan uit 2 of meerdere verenigingen, een  samenspel uit 2 of meerdere verenigingen /verbonden bestaan.

Opmerking van de auteur: hier is er een belangrijke nuance. De hoofduitslag van een samenspel bevat alle deelnemingszones (lokale uitslagen) van de participerende maatschappijen. Men kan dus ipso facto geen liefhebbers uitsluiten uit de hoofduitslag die in een reguliere deelnemingszone van een maatschappij, behorend tot het samenspel, vallen.

Een verbond waar men eigenlijk om beurt inkorft en finaal sportief gezien aanschouwd kan worden als één maatschappij kan wel toetreden tot een groot samenspel.

Op de vluchtdisciplines snelheid en kleine halve fond kunnen verbonden/samenspelen alleen gevormd worden binnen de lossingssector ( ingeval van afzonderlijke lossinguren per lossingssector) die van toepassing is.

Opmerking van de auteur: deze beslissing is bepalend voor bepaalde samenspelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat er op de snelheid geen samenspel/verbond meer kan gevormd worden tussen maatschappijen van sector 2 en 3 daar zij een apart lossingsuur hanteren. Op de kleine halve fond kan dit wel omdat sector 2 en sector 3 samen lossen.

BELANGRIJK: liefhebbers worden dus toegewezen aan sector 1, 2 of 3. Een liefhebber uit sector 2 kan geen snelheid spelen in sector 3 en vice versa omdat sector 2 en sector 3 apart lossen op de snelheid. Hij kan er ook geen portduiven meer gaan inkorven wat hij voordien wel kon als hij in een deelnemingszone (bvb zware halve fond) van de betrokken maatschappij viel.  Vanaf de kleine halve fond kan de liefhebber van sector 2 wel terecht in een maatschappij van sector 3 als hij binnen de deelnemingszone van deze maatschappij valt om reden dat vanaf de kleine halve fond er een éénzelfde lossingsuur is voor sector 2 en sector 3. Dit geldt niet voor sector 1 en sector 2/3 op de kleine halve fond wegens aparte lossingsuren.

Verenigingen die o.w.v. hun geografische ligging geïsoleerd raken en ook de deelgemeenten waar geen vereniging gevestigd is, zullen opgenomen worden in een samenspel waar zij geografisch thuishoren. Deze toewijzing zal geschieden door het Provinciaal Comité na overleg met de betrokken verenigingen.

Opmerking van de auteur: dit zou mogelijk ook voor geïsoleerde liefhebbers kunnen dienen om hen aan een lossingssector toe te wijzen.

Wanneer verenigingen vrijwillig of verplichtend een verbond/samenspel vormen, moet dit bevestigd worden in een  schriftelijke overeenkomst ondertekend, door de vertegenwoordigers van de betrokken verenigingen. De aldus afgesloten en ondertekende overeenkomst moet in driedubbel exemplaar ten laatste op 31 december van het desbetreffende jaar, voorafgaand aan het nieuwe seizoen, aan het bestuur van de Provinciale Entiteit betekend worden. Een exemplaar wordt voor ontvangst ondertekend en aan de vereniging per kerende teruggestuurd.

Een mondelinge overeenkomst voldoet niet en de overeenkomst moet ten laatste op 31 december de PE Vlaams Brabant bereiken. Bepaalde samenspelen zouden het niet zo nauw genomen hebben in deze.

De intentieverklaring voor toetreding tot een verbond/samenspel moet eveneens ten laatste op 31 december,voorafgaand aan het seizoen, door de aanvragende vereniging(en) aan het provinciaal comité en het bestuur van het verbond/samenspel  worden overgemaakt.

Bedenking van de auteur: dit is nieuw in de zin dat de intentieverklaring ook aan het bestuur van het verbond/samenspel dient te worden overgemaakt. Aan het bestuur en niet het hoofdlokaal. De aanvragende maatschappij kan niet weten welk lokaal het hoofdlokaal is.

Het hoofdlokaal van een verbond/ samenspel  zal steeds dienen gevestigd te zijn in de vereniging die het grootst aantal hokken vertegenwoordigt in het samenspel/verbond. Deze criteria dienen voor 1 januari van elk sportief seizoen geëvalueerd te worden, en indien nodig zal een nieuw hoofdlokaal voor het sportseizoen worden aangeduid door het verbond/samenspel en gecommuniceerd worden aan het PE bestuur voor 1 januari.

Bedenking van de auteur: het hoofdlokaal  van een samenspel kan dus ieder jaar wijzigen in functie van de hoklijsten (met nadruk op hokken). Dit om te vermijden dat er tandems, tridems, en hokken zonder coördinaten…gaan bepalen welke maatschappij hoofdlokaal wordt.

Per wedvlucht van een samenspel en voor alle categorieën mogen de liefhebbers slechts in één en dezelfde vereniging inkorven; zulks op straf van verbeurdverklaring van al hun inzetten.

Bedenking van de auteur: eindelijk wordt het nu eens wit op zwart bevestigd. Hier werd de voorbije jaren tegen gezondigd en dit zorgde voor heel wat deining. Er kwamen klachten en deze klachten zorgden er voor dat liefhebbers uit de uitslag dienden genomen te worden. Met andere woorden: de liefhebber moet voor die ene wedvlucht van het samenspel met zowel oude, jaarse en jonge duiven in hetzelfde lokaal inkorven. Hij kan niet met oude duiven naar lokaal A gaan en zijn jonge duiven in lokaal B laten vliegen. Duidelijker kan niet.

Aanpassingen  art 14

De deelnemingszones van toepassing in de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant zijn bepaald als volgt :

Lokale dubbeling Snelheid binnen de respectievelijke lossingssectoren :

Er is enkel nog 1 deelnemingszone van toepassing

Bedenking van de auteur : dit wil zeggen dat er geen aparte straal is voor de kleine snelheid en voor de grote snelheid. Men kan wel een nog een kleine dubbeling voorzien om kortvliegers in de maatschappij te beschermen. Maar voor Quiévrain en Noyon of Momignies en Soissons moet dezelfde maximum deelnemingszone gelden. Met andere woorden als voorbeeld: straal van 10 Km op Momignies wil dus zeggen ook een straal van 10 Km op Soissons.

één vereniging  :  minimum : 4km –  maximum 14 km

een verbond : maximum 16 km

Regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel binnen de respectievelijke lossingssectoren.

Bedenking van de auteur: men kan dus geen deelgemeenten meer uitsluiten in de hoofduitslag.   

Lokale dubbeling  Kleine Halve Fond binnen de respectievelijke lossingssectoren :

Eén vereniging :  maximum 20 km

Regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het  samenspel binnen de respectievelijke lossingssectoren.

Lokale dubbeling van provinciale, Interprovinciale en nationale vluchten

 Zware Halve fond:

één vereniging  : maximum 20 km

een regionaal samenspel: samenvoeging van de  deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel

Fond & Zware Fond:

 één vereniging  : maximum 25 km

een regionaal samenspel: samenvoeging van de  deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel

De deelnemingszones worden afzonderlijk vastgesteld voor de  kleine en grote snelheid, de kleine 1/2-fond en de lokale dubbeling van provinciale, interprovinciale en nationale vluchten.

Vlaams Brabantse liefhebbers kunnen enkel inkorven in een vereniging van Vlaams Brabant, waar ze zich in de deelnemingszone bevinden, van de verplichte lokale dubbeling  of van het samenspel.

Bedenking van de auteur : dit betekent dat een liefhebber kan gaan spelen in eender welke vereniging van het samenspel zonder er te mogen deelnemen in de lokale deelnemingszone. Hij kan in dat geval dus enkel geklasseerd worden in de hoofduitslag van het samenspel en mogelijk een lokale dubbeling van het samenspel maar niet in de lokale deelnemingszone van de maatschappij zelf. Let op: men dient te weten dat Vlaams Brabantse liefhebbers die in een deelgemeente wonen die grenst aan een andere provincie nog steeds in die provincie mogen gaan inkorven voor zover ze in de deelnemingszone valt van de maatschappij waar zij zich aanbieden. Bij alle andere bijzondere gevallen/uitzonderingen wordt artikel 31 toegepast.

Aanpassing  art 19

De aanvragen om een verbond/samenspel te vormen met verenigingen uit andere provincies en andere vluchtlijnen en lossingssectoren (niet van toepassing op snelheid en kleine halve fond) binnen de provincie kunnen geschieden na uitdrukkelijk gunstig schriftelijk advies van het provinciaal comité Vlaams-Brabant en het provinciaal comité van de betrokken PE/SPE .

Het hoofdlokaal wordt gevestigd in de vereniging van de P.E. / S.P.E. die de meeste aangeslotenen hokken vertegenwoordigt.

Voor verbonden/samenspel van verenigingen  van verschillende vluchtlijnen en lossingssectoren (niet van toepassing op snelheid en kleine halve fond)  binnen de provincie, wordt het hoofdlokaal gevestigd in de vereniging van de lossingssector met het meeste aantal hokken waar de meeste duiven zijn ingemand op de betrokken wedstrijden tijdens de 3 voorgaande jaren.

De wedstrijdkalender, de lossingsuren en- plaatsen van deze P.E/S.P.E/vluchtlijn zijn in deze situaties van toepassing.

Bedenking van de auteur: het betreft hier dus samenspelen vanaf de zware halve fond. Noteer ook dat hier voor het eerst de term ‘hokken’ gebruikt wordt. Dit in de plaats van ‘liefhebbers’. Dit om te vermijden dat tandems, tridems… en hokken zonder coördinaten ook in rekening gebracht worden.

Aanpassing art 22

De verenigingen/verbonden/samenspelen zijn verplicht port/leerduiven van binnen de deelnemingszones van de vereniging/verbond/samenspel binnen de lossingssectoren die van toepassing zijn toe te laten op alle wedstrijd- en leervluchten van de Kleine en Grote snelheid.

Port/leerduiven worden enkel toegelaten mits voorlegging van het officieel registratieborderel voor port/leerduiven bevattende de lijst met ringnummers van de ingekorfde port/leerduiven en het bewijs dat die ingeënt werden tegen paramyxo.

De port/leerduiven kunnen nooit opgenomen  worden in de spiegellijst van de inkorvende vereniging noch van een verbond /samenspel.

Steekproeven zullen regelmatig uitgevoerd worden door de  verenigingen/verbonden/samenspelen en/of door gelegitimeerde aangestelden van het Provinciaal Comité. Alle vastgestelde misbruiken dienaangaande vallen onder de verantwoordelijkheid van de inrichters.

De verenigingen /verbonden/samenspelen moeten portduiven of leerduiven weigeren van liefhebbers die niet in de betreffende deelnemingszone van de lossingssector  vallen.

Bedenking van de auteur : portduiven zijn dus toegelaten op de snelheid, niet op de kleine halve fond. En de liefhebber is vrij te kiezen wat hij of zij doet. Deelnemen aan de prijskamp of niet.

De problematiek van de sectoren: een duister verhaal

Van 2001 tot 2008 behoorden de fusiegemeenten Boortmeerbeek, Keerbergen, Tremelo, Begijnendijk, Haacht, Herent en Kortenberg tot sector 1. De deelgemeenten Assent, Webbekom, Diest, Schaffen en Deurne behoorden tot sector 3. Deze afbakening van de sectoren werd bekrachtigd tijdens een vergadering welke werd gehouden op datum van 19 december 2006. Op de vergadering waren aanwezig: 10 maatschappijen van de PE Vlaams-Brabant, het comité van de PE Vlaams-Brabant en een beperkte commissie van het Nationaal Sportcomité. Op datum van 14/02/2007 werd de Raad van Beheer en Bestuur hiervan op de hoogte gebracht. Op 20/02/2007 werd de Voorzitter van de Kamer van Eerste Aanleg, de Heer Mario Deketelaere hieromtrent geïnformeerd zodat het dossier kon afgesloten worden!

Zoals in de inleiding gesteld werden op een duistere nacht door duistere krachten de lijnen hertekend. Achter de beweegredenen heeft iedereen het raden. Geknoei is niet uitgesloten. Men stelde op de vergadering van 24 november jongstlede dat dit de aanleiding was voor de ondermijning van de stabiliteit binnen de PE Vlaams Brabant. Sedert die datum komen de duiven ook niet meer ‘recht’ naar huis beweren boze tongen. En werden de verliezen alsmaar groter. Wie zal het zeggen. Wat maakt dat sinds 11 november 2008 alle opgesomde fusiegemeenten en deelgemeenten toegewezen werden aan sector 2.

Studiewerk en sportief maneuver

In 2018 werd een speciale commissie opgericht die voor gans Belgïë de hokken per deelgemeente diende in kaart te brengen. Dit gaf de een perfecte weergave van het potentieel aan deelnemende hokken per sector. Aanvankelijk zou men deze nieuwe en globale aanpak in voege laten treden in 2019 maar dit project werd op de lange baan geschoven door interne problemen bij de KBDB ( u allen bekend).

Deze denkoefening bracht ook aan het licht dat er foute coördinaten gebruikt werden.

Bijgevoegd plan is het voorstel dat nu op tafel ligt, weg van de grillige grenzen van deelgemeenten. De rechte lijnen vertrekken allen uit het basispunt voor de berekening van de nationale zonelijnen met name Limoges St Yrieux. Maatschappijen vliegen niet. Het zijn de duiven van de liefhebber en de deze  vliegen niet volgens grillige grenzen van gemeenten of provincies.

Om te bepalen wie aan ene of andere zijde van de scheidingslijn valt werden de kaarten opgedeeld in vakken van 2,5 Km op 5 km. Deze vakken zullen bepalend zijn om de hokken te kunnen toewijzen aan een bepaalde sector. Heden telt men per sector volgend aantal hokken: sector 1: 1005 hokken; sector  2:  808 hokken; sector 3: 380 hokken. Volgens het principe van geografische lossingssectoren zouden de hokken nu een andere verdeling krijgen: sector 1: 1071 hokken; sector 2: 651 hokken; sector 3: 472 hokken.

Binnen het systeem van de vernieuwde lossingssectoren kunnen ENKEL de hokken gelegen in een aanpalende rechthoek van 2,5 km breed op 5 km lang aan de sectorgrens,  kiezen in welke lossingssector ze definitief willen spelen. Voor de “3” lossingssectoren geeft dat de volgende cijfers: sector 1:1071 hokken waarvan er “ongeveer 60” hokken kunnen kiezen tussen sector 1 of 2; sector 2: 651 hokken waarvan er “ ongeveer 65” kunnen kiezen tussen sector 2  of 1 en  “ongeveer 127” hokken tussen sector 2 of 3. Lossings sector 3: 472 hokken waarvan er “ ongeveer 78” kunnen kiezen tussen zone sector 3 of 2. Bedoeling is dat deze hokken dan kiezen bij welke zone ze voortaan willen behoren.

De weg naar de toekomst

Tijdens de algemene vergadering werden er geen bezwarende opmerkingen geformuleerd bij de de errata/wijzigingen van het sportreglement Vlaams Brabant. Dit reglement is dus definitief en aangenomen door de algemene vergadering.

Het bestuur van de PE Vlaams Brabant maakte duidelijk dat van de 3 mogelijkheden er slechts 1 haalbaar. De huidige sectorgrens-afbakening is niet wettelijk aangenomen. Een terugkeer naar de situatie van 2008 zal de bestaande samenspelen vernietigen en dat zou ook zonde zijn. Blijft de oplossing met de 3 geografische lossingssectoren waar iedereen aan enkele jaren om vroeg. Wel, ze ligt binnen handbereik. Een JA of een NEE moet nu nog vanuit de liefhebbers naar HALLE verstuurd worden. Eén dezer!

Eigenzinnige besluiten van de auteur

Het sportreglement is aangepast in de geest van de geografische lossingssectoren. Het zou dus logisch zijn dat maatschappijen en liefhebbers hun JA-woord geven. De bedoeling van de PE Vlaams Brabant kunnen we eenvoudig verwoorden:

– de lossingssectoren beperken tot de duiven die er wonen (beperken van de invloed van de massa)

– liefhebbers te doen kiezen voor een lossing voor het ganse seizoen (beperken van de invloed van de wind)

– maatschappijen kunnen niet kiezen tot welke sector ze behoren en dienen zich binnen de  sector te bewijzen; elk jaar opnieuw.

– een aanzet te geven aan andere provincies om hun zones hier te laten op aansluiten in de hoogte/diepte.

Wij veronderstellen dat dit, om het in legertermen uit te drukken, een manoeuveridee is. Alleen moeten de tactische details nog verfijnd worden. Zo zouden nu alle maatschappijen eens de denkoefening moeten maken in de geest van de nieuwe lossingssectoren. Vooral de maatschappijen aan de sectorgrenzen. De impact zal vooral deze maatschappijen treffen die veel liefhebbers uit een andere sector aantrekken. En dan nog. De impact is veel kleiner dan gedacht en verwacht.

Misschien kan dit ook een aanzet zijn om meer maatschappijen binnen de sector te doen samenwerken in de geest van een samenspel/verbond. Een lossing op de snelheid: één groot samenspel of minstens één grote uitslag door een samenspel van samenspelen. Naar voorbeeld van de kleine halve fond waar er niets wijzigt ten opzichte van vorig jaar in sector 2/3. Zeker als we de dalende trend van het aantal liefhebbers (zie inleiding) in ogenschouw nemen is dit de enige weg naar uitslagen van betekenis zonder afbreuk te doen aan de eigenheid van iedere vereniging.

Maar de winter is nog lang.  

Deel dit bericht:

Gerelateerd Nieuws