Historiek

Duivenmaatschappij De Ware Vrienden Oplinter bestaat 86 jaar 

De stichting

 

Kampioenendag november 1960 kopieDe duivenmaatschappij De Ware Vrienden Oplinter wordt gesticht op 1 Januari 1935 in het duivenlokaal Café “de Kinderen Laudes” op het dorp te Oplinter. Eerder werden er al enkele duivenvluchten ingericht in Café Gerard Pacolet in de Putstraat. De duivensport was in trek. In praktisch ieder huis te Oplinter werden er duiven gemolken.
Het eerste maatschappelijk kapitaal bedroeg 4900 Belgische Frank en werd samengebracht onder de vorm van aandelen ter waarde van 50 Belgische Frank door de stichtende leden. Deze leden waren bijna allen woonachtig te Oplinter. De opstart van de maatschappij kostte handenvol geld. De aankoop van duivenklokken of constateurs, een moederklok (een horloge die diende als referentietoestel bij het regelen van de duivenklokken), de rieten verzendingsmanden en andere attributen zoals gummi-ringen, drukwerken en de transportonkosten van de duiven naar hun lossingsplaats liepen hoog op. De cafébaas was de enige sponsor.
Er waren niet genoeg klokken om iedere duivenliefhebber ééntje mee te geven bij de inkorving. Daarom werden er op de uithoeken van straten duivenklokken geplaatst en werden de jongens van het dorp ingeschakeld als ‘loper’ om zo snel mogelijk met de gummi van de thuisgekomen duif naar het toestel te lopen. De duivenklokken stonden steeds op dezelfde plaatsen.
De vereniging sluit aan bij de Koninklijke Belgische Duivenbond die sinds 1923 bij wet is opgedragen het duivenbestand in België te controleren door middel van hoklijsten en duivenringen. Deze wet, geschreven in de geest van militaire spionage door middel van duiven, was de resultante van het geen de duiven betekend hadden in de gevechtsfronten van Wereldoorlog I overal te velde.
De duivenmaatschappij krijgt het stamboeknummer 22358.

De stichtende leden

De meeste stichtende woonden in Oplinter en Stok. Misschien ben je wel een nazaat van één van de stichters van onze maatschappij.

Uit Oplinter: Bogaerts Jozef, beenhouwer; Stouthuysen August, landbouwer; Timmermans Kamiel, bediende; Holsbeeks Louis, metser;      Laudes Louis, schrijnwerker; Laudes August, verver; Laudes Henri, herbergier; Vanderstappen Emiel, werkman; Swartebroeck Jozef, werkman; Swartebroeck Theophiel, dakwerker; Coenen Felix, werkman; Coenen Alfons, werkman; Gelin Julien, kleermaker;      Robeyns Remy, landbouwer; Ceuleers Alfons, werkman; Massart Jozef, werkman; Raeymakers Rene, landbouwer; Delvaux Alfons, landbouwer; Hendrickx Alexander, landbouwer; Dewil Emiel, landbouwer; Flamaing Gustaaf, werkman; Pacolet Jozef, herbergier; Vicca Jozef, rentenier; Vanherwegen Eduard, landbouwer.

Uit Neerlinter: Lambeets Remy, Boffé August; Lenaerts Theophile; Salmon Louis.

Uit Stok: Stouthuysen Oscar; Pans Guillaume; Vandeput Armand.

Uit Hoeleden: Mathues Armand, Holsbeeks Louis, schoolmeester en Berckmans Camille.

Er werden stevige statuten opgesteld. Een aandeel betekende een volmacht bij de stemming omtrent sportieve en bestuurlijke aangelegenheden. Het bestuur bestond uit een voorzitter, een ondervoorzitter, vier commissarissen uit Oplinter en vier commissarissen van buiten Oplinter. Jaarlijks was er een algemene vergadering waarvan akte genomen werd.

Historiek van het bestuur en voornaamste medewerkers

Kampioenendag 1965De eerste voorzitter was Bogaerts Jos, beenhouwer (wonend Herestraat). Kamiel Timmermans (wonend Herestraat) was de eerste schrijver (secretaris) en Louis Laudes (wonend Ganzendries voorheen Statiestraat) de schatbewaarder. In 1950 werd Jef Moens (wonend Neerlintersesteenweg, voorheen Putstraat) secretaris. Ondertussen fungeerden mannen zoals Leopold Munten (wonend in het laatste huis rechts van Oplinter richting Wommersom), Stouthuysen Oscar (wonend te Stok), Stouthuysen August en Holsbeek Louis (wonend Lindebaan voorheen Veldstraat) als commissarissen. De duivenuitslag werd gemaakt door Fille Leys (wonend Kummenbaan). Dit rekenwonder zou tot op hoge leeftijd op post blijven. Raymond Beynen (wonend Wijnmeerstraat voorheen Oude Bergstraat) volgde Fille op. Mannen van het eerste uur zijn tevens de gebroeders Emiel en René Holsbeeks (zonen van Louis, overleden in 1958). Zij hebben meer dan 50 jaar de duivenklokken geregeld en afgelezen. Later treden nog Willy Vandersteen (Oplintersesteenweg), Robert Flamaing (wonende Vogelzang nu Hof ter Mere) en Marc Bottu (wonend Ganzendries) in hun voetsporen.

In 1967 wordt Theo Dewil (wonend Herestraat) de nieuwe voorzitter als opvolger van Jos Bogaerts zaliger. In 1974 wordt “Fille” Dewil vervangen door René Swartebroeck (wonend Vogelzang). Louis Laudes overlijdt in 1975 en René Boffé (wonend Beekstraat heden Dalweg) neemt zijn plaats in als schatbewaarder.

In 1987 komt Jef Moens te overlijden. Hij bouwde met kennis en kunde de maatschappij uit tot een onneembare vesting. Zijn boekhoudkundig millimeterwerk en kennis van de reglementen zijn legendarisch. In 1987 verliest Jef een ongelijke strijd tegen kanker. Iedereen vreesde voor het voortbestaan van de maatschappij ware er niet André Lenaerts (wonend op de Kummenbaan en gehuwd met Paula, de kleindochter van Fille Leys waarover eerder sprake) die vanaf 25 juli 1987 Jefs levenswerk zou verder zetten. Als ingenieur wist André blijf met de nieuwste informaticatechnieken waarmee hij de werking wist te digitaliseren. Hij bouwt de maatschappij verder uit en krijgt hierbij de volle steun van zijn voorzitter, André Laudes (sinds 1993). Ondertussen verliest de maatschappij ook René Boffé in 1992. Hubert Sacréas (wonend op de Oplintersesteenweg) neemt de ‘kas’ over.

Kampioenendag 1975Er wordt een samenspel met de Ware Liefhebbers van Drieslinter uitgebouwd (1990) en de aftandse Toulet-klokken worden allen vervangen door Quartz-klokken. André Lenaerts en André Laudes blijven al die jaren op post. In oktober 2007 komt André Lenaerts plots te overlijden. Een jaar later in oktober sterft ook de voorzitter André Laudes. De maatschappij verliest in amper twee jaar tijd twee van haar boegbeelden. De interimarissen dienen noodgedwongen de fakkel over te nemen. Een nieuw verjongd bestuur neemt over. José Reniers uit Kersbeek-Miskom (voorzitter), Jos Laudes uit Oplinter (secretaris) en Roel Huybrechts uit Boutersem (penningmeester) vormen het bestuur tot 2013. In mei 2013 overlijdt Fonske Allard, het oudste lid van de maatschappij. Noodgedwongen wordt er in november 2013 een nieuw bestuur verkozen. Jos Laudes wordt voorzitter, Jean-Pierre Bogaerts wordt secretaris en Rik Stouthuysen neemt de boekhouding en financiën voor zijn rekening. Jef Van Dyk uit Kortenaken blijft op post en wordt ondervoorzitter, Rik Dufait en Christiana Raeymaekers vervolledigen het dagelijks bestuur.

In 2015 wordt het bestuur nogmaals hertekend. Jos Laudes ruimt als voorzitter de baan voor Jef Vandyk uit Kortenaken. Tony Reniers wordt ondervoorzitter, Guy Fets wordt secretaris en Rik Stouthuysen blijft op post. Tot begin 2021 ook Jef Vandyk afhaakt wegens gezondsheidsproblemen. Jef Vandyk overlijdt in 2023. Ook Paul Neuteleers verlaat met stille trom het schip. Maar de ploeg met helpers neemt ieder jaar af.

De maatschappij is sinds haar oprichting tot heden onlosmakelijk verbonden met de familie Laudes. Zo leveren vier generaties (Henri & Louis & August, André & Jef, Jos, Eva en Annelies) bestuursleden en helpers. De maatschappij is sinds haar oprichting gevestigd in hetzelfde pand onder de toren van de Sint-Genovevakerk en mag gerekend worden bij de oudste verenigingen van het dorp.

Eugène Vandevin (wonende Dorpstraat nu Sint-Genovevaplein) is nooit bestuurslid geweest maar heeft vele jaren geholpen bij het inmanden van de duiven. Andere helpers die meer dan 5 jaar hun diensten ter beschikking gesteld hebben voor de maatschappij zijn Gaston Bueken (uurwerken openen op zondag), René Closset en Albert Vandermeulen (opstellen spiegellijsten op zaterdag bij de inkorving), Jos Depré (herstellen en kuisen van de korven) en René Keyen (inmanden van de duiven).

Evolutie van de duivensport

Kampioenendag 1980 kopieDe computer en andere digitalisering heeft ook veel mankracht in de duivensport uitgespaard. Zo waren er vroeger minstens 3 man nodig voor het inmanden, 2 uurwerkregelaars, 1 soucheteller, 1 uitbetaler, 1 schrijver spiegellijsten nodig om één vlucht degelijk in de korven op zaterdag. 2 vluchten konden onmogelijk in de toenmalige infrastructuur ingekorfd worden en vergde minstens 4 man extra. Maakt: 12 vrijwilligers aan het werk op zaterdag. Op zondag was er nood aan 6 man om de uurwerken na te zien, te openen, af te lezen en alle thuiskomsten van de duiven op papier te krijgen. De uitslagen werden verrekend door 2 mensen vanaf de thuiskomst van de duiven tot s ’avonds laat.

Heden kan de maatschappij zonder probleem 2 vluchten tegelijk inkorven en met de hulp van computers en software maken dat er slechts 4 personen aan de slag zijn bij het inmanden en 2 bij de thuiskomst. De uitslag is binnen het uur na het inlezen van de klokken per e-mail verstuurd naar alle duivenliefhebbers.

Het aantal duivenliefhebbers is sterk afgenomen de laatste jaren en deze trend zal aanhouden. In 1975 telden we nog meer dan 80 spelende duivenliefhebbers in Oplinter alleen. Vandaag zijn er nog tiental ‘melkers’ geregistreerd bij de Belgische Duivenliefhebbersbond. Maar iedere duivenmelker houdt steeds meer duiven. Maakt dat het aantal prijsduiven op de vluchten in verhouding toch wat in balans blijft.

 

 

 

Toch worden de duivenmaatschappijen genoodzaakt tot samen-spelen. Nu, in de jaren 70 heeft onze maatschappij al deel uitgemaakt van samenspelen met de maatschappijen Local Unique (Tienen), de maatschappijen uit Hoeleden en Bunsbeek.

Er waren in Tienen (stad) volgende maatschappijen: Vautour, Local Unique, Le Martinet, Verbroedering. Er waren maatschappijen in bijna iedere deelgemeente. Heden blijven in het Hageland enkel nog de maatschappijen van Oplinter, Bunsbeek, Kapellen,  Overhespen, Bost, Verbroedering Tienen, Drieslinter, Budingen, Rummen, Geetbets en Landen over. In gans België zijn er nog 600 maatschappijen.

Sinds 1990 spelen de maatschappijen van Oplinter en Drieslinter in verbond wat betekent dat ze beurtelings in het week-end inkorven op de snelheidsvluchten. In 2015 werd de 300.000 ste duif van dat verbond ingekorfd. Te Oplinter wordt er sinds 2014 ook ingekorfd op de kleine halve fond en de zware halve fond dit in samenspel met naburige maatschappijen. Sinds 2018 worden ook de nationale vluchten zware halve fond ingekorfd; In 2018 werden (inclusief verbond) 30.000 duiven ingekorfd. En in het aantal duiven gaat in stijgende lijn. Zo ook de hoklijstleden. In november 2021 wordt het hoogste aantal leden geteld sedert haar bestaan. 100 leden, zonder sportieve leden.

 Enkele anekdotes en waar gebeurde verhalen?

Eugène Vandevin

Op een zondag in 1972 stelde Eugène Vandevin vast dat een duif van een vlucht was thuis gekomen zonder gummi aan de poot. Hij meldde dit aan Jef Moens. Jef zei tegen Gènke: Wel Gènke, weet ge wat we gaan doen? Als de duivenkorven teruggebracht worden zullen we tussen het strooisel zoeken naar de gummi ring en als we hem vinden krijgt ge het inzetgeld van die duif terug. Voorwaarde is wel dat ge vanaf morgen tot dinsdag niet in het lokaal moogt komen. De korven werden gekuist en de ring werd gevonden. Een speld in een hooiberg! Nadien heeft deze duif dit nog enkele keren herhaald. De duif kon de gummi ring niet verdragen aan haar poot en trok telkens deze ring uit. Gènke heeft de duif naar de keuken verwezen.

Louis Laudes woonde op de Ganzendries maar zijn hokken bevonden zich bij zijn broer Rik Laudes die lokaalhouder was. Louis had zeer goede duiven op verre vluchten. Hij verwende zijn duiven. Zo kreeg hij van Petrus Stouthuysen (loonwerker) al het kleinzaad dat opgevangen werd in een zaadschuif onderaan de pikdorser. In die tijd een luxe. Hij verlekkerde zijn duiven met anijssiroop dat apotheker Spiritus uit Tienen hem bezorgde.

De jaarlijkse souper

Ieder jaar houdt de maatschappij een jaarlijks een eetmaal. Nu worden restaurants aangedaan maar vroeger waren het de echtgenotes van de bestuursleden en de waard(in) Maria Boffé die instonden voor de feestdis. Zo stond er in 1974 op het menu: kiekensoep met balletjes, koninginnenhapjes, rosbief, witloof erwten en wortelen, aardappelen en ijscrème. Ooit was een bestuurslid ziek. Hij stuurde prompt zijn vrouw achter zijn portie.

Het lokaal

de eerste lokaalhouders
Het pand aan de Dorpstraat 25 werd in 1902 gekocht door Eduard Laudes –Dusoleil van de familie Vandecan. De kinderen August, Rik, Louis, Emilienne en Marie vonden er hun tweede thuis. Zij werden immers allen geboren in het huis Fets (Café Semie) aan de andere kant van de kerk. Het pand, althans het rechtergedeelte was enige jaren voordien afgebrand en opgebouwd in 1897.

De kinderen Laudes waren immers schilders en schrijnwerkers. Zij baatten ook een café en winkel uit. Er was een ingang naar de winkel langs het Ganzenpad. In 1935 werd de duivenmaatschappij gesticht. De duivensport floreerde vooral na de tweede wereldoorlog. Met de duivenmanden door de café..langs de toog…want alle duiven werden ingekorfd in een kleine berging achter het café. De duivenmelkers kwamen vanuit de omliggende dorpen afgezakt met de fiets. In het hoogseizoen lagen tegen de gevel wel 3 tot 4 rijen fietsen.

 

 

Louis Boffé, August Boffé en Rik Laudes, stichters van de maatschappijDe duivenmelkers dienden zelfs hun souche – poelebrief in te vullen in de aanpalende café Colin. De duivenmaatschappij was de enige maatschappij die het café onder de pannen had. Dit bleef zo tot in 1993. Toen verliet de familie Laudes de café maar de schrijnwerkerij werd uitgebaat tot in 2008 door André. De duivenmaatschappij draaide echter op een laag pitje. Andere verenigingen hielden immers activiteiten waardoor de duiven moesten wijken. Hier kwam verandering in toen de algemene vergadering in mei 2014 besliste haar lokaal onder te brengen in de verlaten schrijnwerkerij. Hier heeft de duivenmaatschappij tot dusver een eigen lokaal. De maatschappij werd ook een V.Z.W. in 2014 waar het al die jaren een feitelijke vereniging was.

Enkele van de vele Oplinterse Kampioenen

Eugène Vandevin (Gènke) woonde op het Sint-Genovevaplein te Oplinter. Eugène was afkomstig van Attenrode Wever en getrouwd met Jeanne. Gènke was bestuurslid en korfde jaren de duiven in bij wedstrijden. Gènke was een gedreven vitesse-speler en was jaren de te kloppen man in Oplinter. Hij had van die zwarte kraaiachtige duiven. Een speciaal ras. Op zondag kwamen deze als “pakkeballen” uit de lucht geschoten om zonder verpinken het hok binnen te duikelen. Zijn “luchtbrigade” heeft jaren lang de Oplinterse duivensport beheerst. Genke is met voorsprong de beste vitesse-speler die Oplinter ooit gekend heeft. Als zijn duiven wat minder presteerden ging hij op bedevaart naar de Heinskensberg in Wever…

Milleke Mans wonend op de Berg te Oplinter was ne fijne liefhebber die zijn duiven als geen ander wist klaar te stomen voor een belangrijke wedstrijd. Zo had Milleke enkele topduiven. Zijn laatste topduif uit 2003 vloog zo waar minuten vooruit op een vlucht van amper van 200 Km. Een topprestatie. Toen de duif thuis kwam bleef ze minuten lang met haar vleugels wijd open uitgeteld op het dak liggen. Milleke is in 2008 gestopt met duivenmelken om gezondheidsproblemen. Hij overleed enkele jaren geleden. In 2015 won een kleindochter uit deze duif de 2de Interprovinciaal uit Vierzon tegen meer dan 9000 duiven. Deze duif kreeg als roepnaam ‘Nesje’.

Jef Vandermeulen woonde op de Oplintersesteenweg. Jef speelde ieder seizoen minstens een tiental eerste prijzen. Hij korfde steevast op elke vlucht twaalf duiven in vermits er in zijn korf 12 plaatsen waren. Zijn beste duif was zijne legendarische Merckx die in één seizoen maar liefst 8 eerste prijzen vloog. Toen zijn broer een huis ging bouwen raadde Jef als oudere broer hem aan een duivenkot te plaatsen om zijn lening af te betalen. Droge humor had die man wel. Jef was vooruit op zijn tijd. Hij stelde zelf zijn duivenmengelingen samen op zolder. De zakken duiveneten werden langs een katrol aan de gevel de zolder opgetrokken. Jef overleed in 1979. De katrolhaak is er nog steeds.

Rik Moens van de Ganzendries te Oplinter heeft gouden jaren gekend eind de jaren zeventig begin de jaren tachtig. Hij was één van de enige liefhebbers die zich in die jaren op halve fond-vluchten 400-500 Km wist te klasseren. Rik had niet één maar een heel hok goede duiven waaronder zijne Grijze, zijne Zwarte, de kleine, de Blieke, de blauwe balk, de panter.

Jean-Pierre Bogaerts is een liefhebber van de “verre vluchten”. Zijn “Rode Perpignan” 2415326/98 zorgde in 2002 voor de onvergetelijke roem door het winnen van de 1e Nationaal Barcelona tegen zomaar even 13.077 oude duiven. Internationaal vloog de Belgische nationale winnaar een verdienstelijke 4e plaats, voorafgegaan door enkele Nederlanders en één Duitse duif.